Sinds circa 2014 wordt op Grafisch Atelier Hilversum gedrukt met LEGO. In eerste instantie ingezet als laagdrempelige manier om basisschoolkinderen snel tot een drukbaar zetsel te laten komen. Iedereen snapt Lego en je hoeft er niet voor te kunnen tekenen. De leerlingen kwamen al snel tot verrassende resultaten en dat smaakte naar meer.
In 2017 werk ik samen met Martijn van der Blom aan een serie: dino cards. Het eerste project waarin we serieus aan het spelen gaan met het vormpotentieel van de legostenen.
In 2018 viert Grafisch Atelier Hilversum haar vijftigjarig bestaan. Dat is de aanleiding voor het 50 vogels project. Een zelfgestelde opdracht waarbinnen ik het vormgeven en drukken met LEGO uitgebreid kan onderzoeken.
Waarom vogels?
Altijd al speciale aandacht voor vogels gehad. Als kind tekende ik ze al graag en vaak. Mijn eerste exemplaar van Petersons's vogelgids is van 1984. Daarbij is het een toegankelijk figuratief thema met voldoende variatie aan vorm, kleur en karakter om tot die vijftig verschillende prenten te komen.
Uitgangspunten
Een aantal spelregels om de ontwerpruimte af te bakenen:
- Eén formaat prent, op basis van een bodemplaat van 16x16 Lego-punten.
- Vogels die in Nederland voorkomen
- De hele vogel afbeelden
- Elke vogel in een oplage van 20. Zodra de serie compleet is heb ik dan 50x20=1000 vogels gedrukt
In het begin dacht ik ook me te kunnen beperken in het aantal kleuren en drukgangen, maar dat bleek al snel te beperkend. De vormen dwingen al een sterke stilering af. Om tot een goede gelijkenis te komen moet het aantal kleuren en dus drukgangen niet op voorhand gelimiteerd zijn. Het aantal drukgangen voor een prent varieert van drie tot zes. De drukgangen worden niet alleen gebruikt om verschillende kleuren op te brengen. Gedeeltelijke overlappingen gedrukt met meerdere zetsels en met dezelfde kleur leiden tot nieuwe vormen. Voor de toch grotendeels bruine steenuil waren zes drukgangen nodig, onder andere om het typische aangezicht uit te werken.
Ontwikkeling
Een aantal prenten zijn uit de serie gehaald omdat het resultaat een te algemene voorstelling van zaken gaf. Een "uil" en een "duif" werden later vervangen door een steenuil en een houtduif. De eerste uitwerking van beiden is veel meer een weergave van het algemene idee uil en duif. De tweede versies proberen een specifieke soort uit te beelden. De poging tot aalscholver laat zien hoe anders de stilering wordt als een veel grotere vogel tot binnen het 16x16 grid gebracht wordt. Aan de regel om de hele vogel af te beelden houd ik vast, dus vooral de kleinere vogelsoorten zijn geschikte kandidaten.
Gedurende het project zit ook LEGO zelf niet stil. Met enige regelmaat wordt het arsenaal aan drukbare elementen uitgebreid. Zo werden de lange staart van ekster en staartmees pas mogelijk toen een driehoekig element beschikbaar kwam.
Inmiddels heb ik een aantal standaard oplossingen gevonden voor terugkerende onderdelen zoals poten, ogen en snavels. Toch blijft het fascinerend en verrassend om uit te vinden welke combinaties van vormen nodig blijken te zijn om tot het gewenste beeld te komen.
Nog acht te gaan.